Mondgezondheid

Eenmaal een overkappingsprothese, voor altijd klaar?

Na verloop van tijd bent u gewend aan uw nieuwe kunsttanden en -kiezen. Zo goed zelfs, dat het lijkt alsof ze er altijd zijn geweest. Maar dat blijft niet zo. Uw mond verandert omdat uw kaken slinken. Uw kunstgebit blijft wel even groot. Er ontstaat dus ruimte tussen uw overkappingsprothese en uw kaak, waardoor uw gebit op den duur losser gaat zitten. De kaken slinken bij een overkappingsprothese lang niet zo snel als bij een gewoon kunstgebit. Als uw overkappingsprothese niet goed meer past, kan die op sommige plaatsen op uw kaak zwaarder gaan drukken dan op andere. Dat kan pijn veroorzaken. Ga dan naar uw tandarts. Schuur of vijl niet zelf aan uw overkappingsprothese! In zo’n geval past uw tandarts uw kunstgebit aan. Hij kan er een nieuwe laag of ‘voering’ in aanbrengen, waardoor de overkappingsprothese weer steviger zit.

KTI Hilversum